Het verhaal van Boef

Laat ik beginnen met te vertellen wie Boef is. Boef is één van de twee katten die permanent in en om mijn woning scharrelen, om zelf het idee te krijgen dat ze van mij zijn geef ik ze te eten en te drinken. Ze is redelijk klein, bruin/grijs met zwart gestreept en probeert mij soms dingen duidelijk te maken door een hard ‘brrrrrr’ geluid te maken. Boef is eind 2001 bij me komen wonen in de flat die ik toen had waar ze werd gebracht door iemand die ook een hond had, iets wat blijkbaar geen goede combinatie was. Aangezien ze in principe bang is voor alles wat ademt en een hartslag heeft en haar geen eten geeft  kan ik me dat achteraf goed voorstellen.

Tot zover de introductie van Boef. Het verhaal van Boef begint, wat ik me zo kan herinneren, ergen in de lente van 2003. Ik werkte als ‘orderpicker’ bij een overslagbedrijf in ’s Heerenberg, niet bepaald de baan van mijn leven, maar het zorgt voor wat broodnodige inkomsten. Vroeg opstaan en vervolgens zwaar, geestdodend werk zorgden ervoor dat ik ’s avonds over het algemeen vrij duf was en zo kon het gebeuren dat ik de voordeur van de flat openliet om beneden iets op te halen. Boef zag haar kans schoon om de wijde wereld te gaan ontdekken en is van die wijde buitenwereld zo geschrokken dat ze niet meer terug te vinden was. Exit Boef.

Een kleine maand later was ik nog steeds bij hetzelfde bedrijf aan het werk maar besloot ik op een mooie zomerse dag ’s ochtends “vrij” te nemen, of vrijwillig ziek te worden, die twee zaken waren na drie maanden ‘orderpicken’  inwisselbaar geworden. Ik vermoed dat het de avond ervoor ergens erg laat was geworden. Nadat ik het slechte nieuws aan de baas vermeld had moest ik toch weer aan Boef denken. Niet dat ik in de tussenliggende maand niet aan haar gedacht had of blokjes om was gegaan in de hoop haar weer tegen te komen, maar het schoot opeens weer door mijn duffe hoofd heen. Na een paar koppen koffie besloot ik eerst maar eens naar de meest logische plek voor verloren dieren te gaan, het asiel.

Ik kom aan bij het asiel waar buiten een enorme ren met katten staat. Met nog steeds een enigzins duf hoofd kijk ik naar de beesten in de ren en wie zie ik daar? Boef! Ze lijkt wel wat groter en dikker, maar wie weet krijgen ze in het asiel wel heel erg goed te eten. Ik kijk nog eens goed om mezelf te overtuigen en stap vervolgens naar binnen waar zich een balie, een paar kinderen die ergens een hele grote hond vandaan getoverd hebben en een medewerkerster van het asiel bevinden. Nadat de eigenaar van de hele grote hond zich heeft gemeld ben ik aan de beurt.

Ik: “Hallo, ik ben een kat kwijt en volgens mij zit ze in de ren buiten”
Medewerkster: “Dat lijkt me sterk, dat zijn alleen wilde katten”
Ik: “Hmm, ok, maar ik ben er toch vrij zeker van”

De twijfel begint ergens al een beetje toe te slaan, maar wie weet is Boef in een maand wel zo verwilderd dat ze zich vergist hebben. Ik krijg de medewerkster in ieder geval zover dat ze even meeloopt naar de ren en me vraagt welke kat ik dan wel niet bedoel.
“Nou die daar, die grijs/bruin zwart gestreepte”, en ik wijs Boef aan. Binnen enkele seconden wijst de medewerkster naar een andere kat en vraagt : “en die dan?”. Die andere kat had ik daarvoor nog niet gezien maar het beetje twijfel wat ik had was niet helemaal onterecht, ik kijk links naar een kat, rechts naar een kat en weer links naar een kat, maar kan geen verschil ontdekken. Daarbij genomen dat Boef echt erg klein was en deze katten daarbij vergeleken eigenlijk kolossaal zijn ben ik wel overtuigd dat ik het mis had. Als goedmakertje zegt de medewerkster dat ik ook de katten in de binnenrennen mag gaan bekijken, maar daar verwacht ik op dat moment ook niet veel van.

De binnenrennen bestaan uit vijf rode deuren met toepasselijk de nummers één tot en met vijf erop geschilderd, het heeft iets weg van een tv-show en je verwacht bijna een stem die roept :”Gaston, wat bevindt zich achter de deur met nummer…?”. Ik open dus deur nummer één en geheel tegen alle verwachtingen in ligt daar, pal tegenover de deur, een kat die wel heel erg veel weg heeft van Boef. Echt blijk van herkenning geeft ze niet, wel blijk van heel veel verveling en het lijkt wel alsof de uitdrukking op haar kop wil zeggen : “Hèhè, ben je er eindenlijk?”.

Maargoed met het voorval bij de buitenren in het achterhoofd durf ik eigenlijk de kans niet te lopen weer naar de balie te moeten lopen om vervolgens weer een verkeerde kat aan te wijzen, dus deur twee, drie, vier en vijf worden ook nog geopend en ook daar worden de katten bekeken, zonder resultaat. Voordat ik naar de balie ga, werp ik nog één blik op Boef, die nog steeds die verveelt terugkijkt. Het moet haar wel zijn.  terug bij de balie met enigzins tranende ogen van blijdschap.

ik: “Ja, volgens mij zit ze achter deur nummer één!”
medewerkster, met een gevoel voor humor: “Weet je het zeker?”

In mezelf bedenk ik een paar stevige krachttermen omdat ik er na die belachelijke vertoning die buiten had plaatsgevonden helemaal niet meer zeker van ben, dus ik antwoord: “euh, ja volgens mij wel”, of iets in die trant. De medewerkster loopt mee naar deur nummer één en ik wijs haar Boef nummer twee aan. Volgens haar is “Leentje”, omdat ze is gevonden aan de Leenstraat, iets van één jaar oud en was ze niet gesterelliseerd toen ze binnen werd gebracht. Mijn informatie over Boef zegt dat ze op zijn minst drie jaar is en volgens degene bij wie ze voor mij verbleef was ze wel gesterelliseerd. Kortom we zijn weer terug bij af. De medewerkster is heel vriendelijk en wil me met alle plezier de kat meegeven waar we met zijn beiden naar staan te kijken, maargoed of het inderdaad dezelfde is…., of ik geen foto heb?
Foto, ja! Die heb ik, alleen niet bij me, ga ik dus ophalen! Ik race, voor zover dat mogelijk is, terug naar huis, haal een foto van boef op en race weer terug. Aangekomen bij de balie blijken er opeens twee medewerksters te zijn die nadat ik de foto overhandig beide meelopen naar deur nummer één en minutenlang de foto van Boef vergelijken met het levende exemplaar. “Ja, die tekening lijkt er wel erg op”, “Ja, de grote klopt ook aardig” en meer van dit soort commentaar wordt er op de vergelijking geleverd. Het uiteindelijke oordeel is dat het dezelfde kat is die ik voor het schamele bedrag van €50,= voor sterilisatie en kost en inwoning na een maand weer mag meenemen naar huis.  Thuisgekomen, kijkt ze even in het rond, maakt weer kennis met Gizmo, de andere kat en gaat vervolgens bovenop de boekenkast liggen waar ze heel vaak lag.

2 thoughts on “Het verhaal van Boef”

Laat een reactie achter op Diny Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.